Niet met haast en in één streep van A naar Z, maar per tussenstation van A naar B naar G, misschien een keer terug naar C…
Tussen A en Z liggen tal van andere plekken om (ook) ontdekt te worden. Stap eens uit die trein, neem een kijkje wat er op de tussenliggende plekken te zien, te bewonderen en te verbazen valt. Ook in begripsonderzoek in de filosofie kan dit. We komen vaak met thema X op de proppen, maar er blijken tal van andere thema’s en onderwerpen aan ten grondslag te liggen. De moeite waard om bij stil te staan. En misschien ook wel nodig, om van A naar Z te kunnen komen. Niet direct af op je vooraf vastgestelde eindbestemming, maar wat (nog meer) op je pad komt. Filosoferen wordt soms als lastig of moeilijk bestempeld (waarschijnlijk een vooroordeel). Mijn mening daarover is: filosofie, zo moeilijk nie. Tuurlijk zijn er grote en ingewikkelde filosofische thema’s en vraagstukken waar menigeen zich al eeuwen het hoofd over breekt. Complexe materie waar het antwoord (nog steeds) niet op gevonden is. Maar gaat filosoferen over de antwoorden, of over het stellen van vragen? Filosoferen begint wat mij betreft met even stil staan, te stoppen en de rust en tijd durven te nemen. En dan… vragen te gaan stellen. Over dat wat er gezegd of gedacht wordt. Er liggen tal van praktische maar ook prachtige vragen voor ons in het dagelijks leven. Klaar om onderzocht te worden.
Neem de tijd. Zoals Trudeau die 21 seconden stil blijft tijdens een persconferentie op de vraag wat hij van de situatie in Amerika en het handelen van president Trump vindt. Was hij direct gaan spreken, dan was er ongetwijfeld een ander antwoord uitgekomen. Neem de tijd, laat de vraag op je inwerken en bedenk wat je er echt van vindt (i.p.v. in de snelheid van het dagelijkse gesprek mee te gaan, waar nauwelijks tijd en ruimte voor verdieping lijkt te zijn).
Niet alleen bij grote vraagstukken als “wat is jouw standpunt in het debat over discriminatie, wat vind jij van de regering Trump, of hoe denk jij over de corona maatregelen?”. “Normale”, dagelijkse vragen lenen zich vaak bijzonder goed voor een filosofisch gesprek. Bijvoorbeeld op de 6e verjaardag van je dochtertje als je tot de conclusie komt dat kleine meisjes groot worden en jouw partner je de vraag stelt “goh, waar blijft de tijd toch”? Als je met een vriend spreekt over de lastige periode waarin je momenteel zit op je werk en hij vraagt “ben jij gelukkig?”. Soms zijn we geneigd om dit af te doen met “ach, wat is gelukkig?”. Dit laatste is echter een top-vraag om bij stil te blijven staan en uit te diepen, in plaats van in sneltreinvaart hier overheen te denderen en te belanden in algemeenheden, of de aandacht vluchtig ergens anders op te richten.
Gesprekken en zinnen waarin je woorden hoort als “ach ja, “tja”, “goh” en “ik zou het niet weten”, zijn vaak prima triggers om eens aandacht te besteden aan hetgeen wat er gezegd wordt, maar waar vaak als een intercity aan voorbij wordt gegaan. De vergelijking met de trein is uiteraard een metafoor. De RIVM richtlijnen schrijven voor om de trein alleen te nemen indien strikt noodzakelijk. Gelukkig is er voor het stellen van vragen en voeren van filosofische gesprekken geen beperking 😉.
Veel plezier, rust en onderzoek gewenst in de volgende stoptrein die je neemt. Staar wat uit het raam i.p.v. naar het scherm van je smartphone. Kijk om je heen en verwonder je. Stap eens uit op een tussenliggend station en geniet van de dingen waar we zo vaak geneigd zijn aan voorbij te gaan.